Hoe een proefschrift mij hielp om een copywriter te worden

In 2012 werd ik toegelaten tot een PhD programma in de Verenigde Staten. Joehoe! Dat was heel handig want ik had net in de stad waar het allemaal moest gebeuren mijn master afgerond. De blijdschap maakte al spoedig plaats voor angst en onzekerheid.

Shit! Ik moest eerst drie jaar research doen, vervolgens drie gruwelijk zware examens afleggen en dan mocht ik nog eens een proefschrift gaan schrijven. Waarover in hemelsnaam? En proefschriften moeten een nieuwe bijdrage leveren aan de discipline. Hoe dan in hemelsnaam?

Het is voor mij een leerschool gebleken die veel verder reikte dan mijn studie godsdienstfilosofie liet vermoeden. Het heeft me volwassen gemaakt en me geleerd staande te blijven onder pittige omstandigheden.

Transformeren door te leren

Gelukkig was ik niet de enige. Samen met nog eens 10 PhD-collega’s gingen we dat jaar aan de slag en samen ontdekten we dat we het allemaal moeilijk vonden (behalve één knul met narcistische trekken die het voortdurend presteerde als een halfgod te stralen vanwege zijn vermeende nerdstatus).

Het was voor mij een gigantisch vijf jaar durend avontuur waarin ik transformeerde door te leren. Als ik dit programma niet had doorlopen weet ik niet of ik wel ooit copywriter zou zijn geworden. Door mijn PhD studie heb ik dingen geleerd die ik nog dagelijks toepas als copywriter. Dus waarom deze inzichten niet delen? dacht ik bij mijzelf. Daarom dit blog.

Ik zeg er meteen bij dat ik niet bedoel te zeggen: ga ook een proefschrift schrijven, want dat is onzin. Ik raad het zelfs af. Maar bepaalde principes en lessen blijken gewoon heel waardevol te zijn. Ze zijn toe te passen ook zonder dat je de gruwelen moet ondergaan van een doctoraat. Hier zijn de zeven dingen die ik heb geleerd.

1. Het impostersyndroom

Een van de ergste problemen bij een PhD is het impostersyndroom. Hoewel je hier in alle creatieve vakgebieden last van kunt hebben, is het effect veel erger bij een PhD. Je wordt geacht een geleerde in wording te zijn, die de filosofische achtergrondvragen van een discipline doorgrondt. Als doctor in spe ben je straks de expert onder de experts.

Er is alleen een klein probleempje. Jij weet toevallig dat je een dipshit bent die per ongeluk omhoog is gevallen. Je hebt de toelatingscommissie om de tuin weten te leiden en bam, daar zit je nu op de troon van je eigen fantasieën. Je hebt verwachtingen gewekt en die moet je nu beantwoorden. Je bent aan het spelen met geld van anderen (want studiebeurs) totdat je straks door de mand valt. En dan is er de vernedering en de schaamte.

Maar ik viel niet door de mand. En dat kwam doordat we als PhD kandidaten samen beseften dat er maar één weg vooruit was: doordrammen, studeren, nadenken, schrijven, werken, vunderen en uitproberen. We hadden geen tijd om lamgelegd te worden door zelftwijfel.

Je ervaart het spanningsveld totdat je er op een gegeven moment doorheen bent. En dan doet het er niet meer toe. Als copywriter moest ik opnieuw door dit proces. Maar deze keer was het vaak een feest van herkenning. Gewoon doorgaan. Negeer negatieve kritiek. Schrijf!

2. Een halve bladzijde per dag

Het was 2015 en ik had net mijn tussentijdse PhD examens met succes behaald. Ik mocht gaan schrijven aan mijn dissertatie. Ik stopte mijn boeken in mijn tas en trok op naar de universiteitsbieb die vol met serieuze studenten zat. Ik ging zitten aan een tafel midden in de bibliotheek, deed mijn MacBook open. En daar zat ik dan.

En dus begon ik te schrijven, want daar was ik voor gekomen. Ik dacht: ik ben gek. Maar ik schreef door. Ik dacht: dit slaat nergens op. Maar ik schreef door. Eerst een zin, toen een paragraaf, en toen een hele bladzijde. Toen deed ik mijn Mac dicht en ging ik naar huis om te eten, Netflix te kijken en te slapen. En de volgende dag begon ik opnieuw: verstand op nul en schrijven maar.

Ik bedacht dat als ik elke dag een halve tot een hele pagina schreef er op een gegeven moment een heel boek voor m’n neus zou moeten liggen. Het enige wat ik hoefde te doen, was die trein in beweging zetten en voorkomen dat hij tot stilstand kwam. De trein stopt pas als we zijn aangekomen, nam ik me voor. Dus ik stopte met zelfreflectie en begon gewoon. Al schrijvend kwamen de argumenten en de ideeën. En zo begon ook het onderzoek gestalte te krijgen.

3. Outlinen

Tijdens mijn researchfase heb ik leren outlinen als een boss. (Ik gebruik het Engelse zelfstandig naamwoord outline als Nederlands werkwoord, want geen enkel Nederlands woord voldoet). Ik maakte een indeling van mijn proefschrift in hoofdstukken en allerlei kleinere secties. De argumenten waarmee de these van mijn proefschrift zich ontvouwde, sloten naadloos aan bij de hoofdstukken en hun indeling. En omdat ik die indeling al gemaakt had, wist ik precies waar ik was, welk deelargument nog ontbrak en hoe ik verder moest.

Mijn outline was mijn kompas. Ik zat daardoor nooit om woorden verlegen. Ook toen ik halverwege mijn researchfase een belangrijke nieuwe ontdekking deed die mijn these staafde en ik eigenlijk een extra hoofdstuk in moest voegen, wist ik precies hoe ik het moest doen.

4. Writer’s block

Ik heb in een andere blog al geschreven over writer’s block (schrijversblok is een wat ongelukkige vertaling dus opnieuw maar even het Engelse woord—het gebeurde per slot van rekening allemaal in Amerika). Het is die mentale blokkade die soms ineens opdoemt en verder schrijven onmogelijk maakt.

Tijdens het schrijven van mijn proefschrift had ik geen keuze. Het was óf schrijven óf straks geen PhD halen. Ik zag mezelf al thuiskomen in Nederland zonder het zo felbegeerde papiertje. Dus ik schreef of het nou lukte of niet. Ik schreef gewoon. Het schrijversblok kreeg mijn typende vingers tegenover zich en moest het veld ruimen. Ik gaf de stemmetjes in mijn hoofd die me vertelden dat ik een loser was, dat ik niet kon schrijven, dat ik geen recht had om de toetsen van het toetsenbord in te duwen, etc. een grote trap onder hun kont.

Het werkte ook al wist ik niet eens of stemmetjes in je hoofd een kont hebben—, maar wat een mond heeft, heeft ook een kont, vond ik. Wegwezen dus. Ik heb writer’s block gewoon de deur uitgeschreven. En dat helpt nu, wanneer ik een lastig artikel voor een klant moet schrijven. Ik ga gewoon weer even op standje proefschrift.

5. Schrijven zonder een muze

Als je research doet en een idee najaagt zonder te weten of het steek houdt (en of er een boek over te schrijven valt), heb je eigenlijk heel erg behoefte aan bezieling. Maar de wet van Murphy schrijft voor dat dan, juist dán, wanneer er content geproduceerd moet worden, die bezieling totaal ontbreekt. Je staat er alleen voor. Want anders is het niet echt, natuurlijk.

Voor kunstenaars, copywriters en andere creatievelingen is er dat diep verlangen om bezieling te ervaren. Je wilt schrijven en werken vanuit een passie die tekstuele hoogstandjes voortbrengt. Maar wat als de muze het af laat weten? Nou, als PhD kandidaat wist ik het wel: dan maar zonder muze.

En zo schreef ik vaak lappen tekst zonder muze. Ik bedacht voor mezelf dat ik voor dit proefschrift geen mooie proza hoefde te schrijven. Het hoefden alleen maar letters te zijn die woorden vormden en woorden die op hun boert weer zinnen voortbrachten. En die zinnen plakte je aan elkaar en voor het wist, had je een hoofdstuk. En voor een dissertatie heb je maar zo’n 6 hoofdstukken nodig.

De muze kon voor mijn part de pot. En het grappige was dat op het moment ze doorhad dat ik het zonder haar ook wel kon, ze ineens bereid was mee te doen. De bezieling was terug. En zo hebben we uiteindelijk toch een mooie samenwerking op poten gezet. Voor mijn klanten wil ik nog steeds als het ware muziek maken met mijn teksten. Het mag van mij kunst worden. Maar als dat er een keer niet in zit, dan doen we het wel alleen. Lukt ook.

6. Lange zinnen

Tijdens mijn proefschrift leerde ik lange zinnen schrijven. Want lang is goed in de academische wereld. Onleesbaar is beter dan leesbaar en complex is heilig vergeleken bij mondaine en simplistische toegankelijkheid.

Stiekem zijn de lange zinnen natuurlijk bedoeld om aan de rest van de wereld te laten zien dat de academische wereld ver boven het gewone volk verheven is. En dat is best een stoer spelletje. Voor een tijdje dan. Tot je ziet hoe leeg het allemaal is. Op een gegeven moment had ik ook wel door dat lange zinnen goede communicatie in de weg stonden.

Met dit inzicht en deze bewustwording, leerde ik ook korte zinnen schrijven. Niet zozeer in mijn proefschrift—God forbid! Die was netjes langdradig zodat mijn academische bazen er hun goedkeuring over uit konden spreken. Maar als je je eenmaal bewust bent van wat je doet met tekst en hoe je verschillende doelgroepen anders aan kunt spreken, dan ben je eigenlijk ook ineens in staat om jezelf te reguleren (lange zin—ik weet het; het zit er nog steeds een beetje in).

7. Proefschrift in het Engels

Wat ook een enorme impact op me heeft gehad was dat het proefschrift in het Engels moest. Ik had hem vast in het Nederlands kunnen schrijven, maar dan waren mijn begeleider en examinatoren niets wijzer geworden en was ik zonder diploma naar huis gekomen. Ik moest me aan aan mijn examinatoren aanpassen want ik was per slot van rekening in hun land. Fair enough.

Als je Engels schrijft, denk je eens te meer na over je zinsconstructie en hoe dat in het Engels anders gaat dan in het Nederlands. Nog belangrijker is dat je op een gegeven moment in het Engels gaat denken en dat het schrijven in je vakgebied je beter in het Engels dan in het Nederlands afgaat. En laat dat nu een goed van pas komen bij mijn huidig werk. De Engelse taal wordt steeds belangrijker in de zakelijke wereld.

Eigenlijk is er een rode draad is in veel van de lessen die ik hier deel. Het draait vaak gewoon om discipline en volharding. En of je nu werkt aan een proefschrift of een nieuwe carrière als zelfstandig copywriter begint, wat je in beide gevallen nodig hebt, is doorzettingsvermogen en de moed om die innerlijke stemmen van twijfel het zwijgen op te leggen en gewoon aan het werk te gaan. Leer van opbouwende kritiek en negeer de negatieve stemmen op het onbeschofte na. Schrijven zit in je bloed. Doe het gewoon!


Meld je ook aan voor de maandelijkse nieuwsbrief van Zekyr Copywriting voor meer content over de communicerende mens. Ik werk vanuit een duidelijke visie die de copywriter als het brandpunt van de communicatie ziet. Ik heb ook ideeën over hoe de wereld anders kan en zou moeten. Als je op zoek bent naar een schrijver die jouw merk laat groeien met woorden, neem dan zeker even contact op met Zekyr.


Vorige
Vorige

Zijn we op drift naar een totalitaire staat?

Volgende
Volgende

De AI copywriter: ‘Nee’ tegen de olifant in de porseleinkast